Een Indonesisch stoofgerecht van rund. Dit gerecht is een beetje pittig en lekker als onderdeel van een rijsttafel.

3 personen

Ingrediënten
550 gr runderriblappen
1 ui
4 tenen knoflook
2 cm laos
10 gr tamarinde
1 1/2 rode chilipeper (met zaadjes)
1 tl trassi(pasta)
1 1/2 tl gula djawa/palmsuiker
1 1/2 el ketjap manis
1/4 tl gemberpoeder
1/2 tl kurkuma
1/2 tl korianderpoeder
1/2 tl komijnpoeder
1 stengel citroengras
2 blaadjes salam
30 gr santen
kneepje citroensap
1/2 tl zout
1 1/2 el olie

Bereidingswijze
Stap 1
Doe de tamarinde in een kleine kom en giet er 100 ml kokend water bij. Laat het even afkoelen.

Snijd intussen het vlees in 1 1/2 cm blokjes.

Kneed de tamarinde met de vingers tot het opgelost is. De pitjes kunnen weg. Doe de helft van het tamarindewater bij het vlees en meng het door.

Stap 2
Doe de ui, knoflook, chilipeper, gemberpoeder, kurkuma, korianderpoeder, komijnpoeder, trassi, laos in een vijzel of keukenmachine en maal het fijn.

Stap 3
Verhit de olie op middelhoog vuur en fruit hierin de fijngemalen ui, knoflook, laos en specerijen voor 2 minuten.

Voeg het vlees toe en bak het 2 minuten mee. Voeg de gula djawa, ketjap, blaadjes salam, tamarindewater, zout, citroensap en 150 ml water toe. Roer alles goed door en breng het aan de kook. Laat het een paar minuten koken met een deksel op de pan en zet het vuur laag.

Doe de santen na een half uur erbij. Laat het verder stoven tot het vlees mals is en roer regelmatig. Als de saus tegen het einde niet ingekookt is, kook het dan de laatste half uur zonder deksel. Proef tussendoor of er nog zout & peper bij moet.