Ik maak dit recept voor garnalen heel vaak. De garnalen wordt gemarineerd in knoflook, gember en kurkuma.
Probeer grijze tijgergarnalen te nemen voor dit recept. In geen geval wokgarnalen, die zijn minder lekker.
Je kan ervoor kiezen om de garnalen te pellen of de schil erom te laten. Ik heb de schil eraan gelaten en met een mesje ingesneden om het darmkanaal te verwijderen.
De garnalen zijn lekker met noedels.

3 personen
Ingrediënten
250 gr grijze tijgernarnalen, schoongemaakt
1 ui
4 flinke tenen knoflook
12 gr gember
1/2 tl kurkuma
1/2 tl paprikapoeder
snufje cayennepoeder
kneepje limoensap
6 el olijfolie
4 gr peterselie
grof zeezout & peper



Bereidingswijze
Stap 1
Snijd de ui in halve ringen en de peterselie grof.
Vijzel de knoflook en gember tot een fijne pasta.
Marineer de garnalen in de knoflook- en gemberpasta en kurkuma. Laat het even staan.
Stap 2
Verhit de olie op middelhoog vuur en voeg de garnalen toe. Bak de garnalen in ongeveer 5-7 minuten gaar.
Voeg tijdens het bakken de paprikapoeder, cayennepoeder en peterselie toe. Bestrooi met een flinke snuf zout en peper.
Voeg in de laatste minuut een kneepje limoensap toe.
Notitie
Ik gebruik maatlepels:
1 el= 15 ml
1 tl = 5 ml